Datapunt lesgeven

Naam: Niels Anker
Studentennummer: 471387
Klas: ALO 2B
Datum: 13-02-2025
Challenge begeleider : D.J. van der wal



Inhoudsopgave:

Inleiding
Leeractiviteit groepsanalyse op zelfstandigheid
Leeractiviteit aantonen hoe je omgaat met een conflict in de klas
Leeractiviteit schrijf een verantwoording van een les
Leeractiviteit visie op LVB
Leeractiviteit ontwerpen van een leerlijn
Leeractiviteit ontwerp taken voor autonomie
Leeractiviteit procesgerichte feedback op zelfregulatie


Inleiding:

De bedoeling van dit datapunt ‘lesgeven’ is, om mijzelf te verbeteren in mijn docentschap. In de onderstaande leeractiviteten laat ik zien dat ik mijzelf nieuwe kennis en vaardigheden eigen heb gemaakt. Zo heb ik mijzelf ontwikkeld in mijn pedagogisch handelen, vakinhoudelijke vermogen en als didacticus.



Leeractiviteit groepsanalyse op zelfstandigheid:

Verantwoording

Om erachter te komen waar leerlingen vanuit het voortgezet aan moeten voldoen als het gaat over zelfstandigheid, heb ik hiernaar onderzoek gedaan. Hieruit bleek dat het belangrijk is dat leerlingen zelfstandig taken moeten uitvoeren. Denk hierbij aan de basketbal opruimen in de kast als de docent de les wilt gaan beginnen. Ook is het van belang dat leerlingen kunnen organiseren. Denk hierbij aan het maken van eerlijke teams tijdens een vak basketbal. Verder moeten leerlingen eigen keuzes kunnen verantwoorden en gemaakte afspraken na kunnen komen. Verder kunnen leerlingen zelf activiteiten en of situaties ontwerpen. Denk hierbij aan team strategieën of een oefenvorm op de doelstelling van de les.

Reflectie observatie

Tijdens de observatie heb ik mijzelf gepositioneerd in de bergering. Hierdoor kon de docent zonder gestoord te worden door mij lesgeven. De ballen die de leerlingen zelf hadden gepakt voor de les aan werden bij de start netjes opgeruimd. De docent gaf tijdens zijn uitleg al de eerste opdracht mee aan de groep. Zij moesten zelf 3 eerlijke teams maken. Ik vroeg me af wat dan ‘’eerlijk’’ inhoud en of de leerlingen dit wel meenamen in het maken van de groepen. De meiden en jongens waren namelijk apart van elkaar. persoonlijk vind ik de teams dan niet eerlijk gemaakt, maar de les mocht toch doorgaan. De docent had de materialen (goaltjes, lintjes, etc.) al klaar liggen. Hierdoor kon de groep zich direct richten op het reguleren van de vakken. Binnen 2 minuten was iedereen bezig. Verder waren er geen afspraken gemaakt over regels en teamstrategieën. Nadat de bal meerdere keren uitging werd het duidelijk bij de leerlingen dat er regels moesten komen en er nu dus onduidelijkheid was. Snel werd er al gekozen voor ingooi. Na enkele minuten riep ik om de beurt een leerling naar mij toe. Zij gaven allemaal het zelfde antwoord. Vanwege veiligheid en weinig spelhervattingen hadden zij gekozen voor het ingooien van de bal wanneer deze uit ging. Bij alle andere vakken. Nu is het zo dat dit de enigste groepje (1 van de 3) die de vormen kon reguleren, doordat hier een hoeveelheid zelfregulerende leerlingen in zitten die deze vrijheid aankunnen. De andere 2 groepen was dramatisch als het ging over het stukje zelfstandigheid. Als ik de gehele klas vergelijk met mijn observatieformulier, dan kunnen de leerlingen taken en opdrachten zelfstandig uitvoeren. Denk hierbij aan het opruimen van de basketbal, door wisselen bij een lesgewricht of het klaar zetten van een eindspel. De klas kreeg meerdere situaties aangeboden in het maken van eerlijke teams. Het is de leerlingen meerdere malen niet gelukt om dit zelfstandig op te lossen. Wel kunnen zijn gemaakte keuzes verantwoorden. Dit komt ook door de doelgroep (gymnasium leerlingen). Verder zijn de leerlingen gewoon gaan spelen en hebben zij geen teamstrategieën of diepgang in de vakken bedacht.

Ingevulde observatieformulier




Leeractiviteit aantonen hoe je omgaat met een conflict in de klas:

Inleiding

Op maandag 31 maart heb ik een fitness les gegeven aan klas 1D van het Praedinius Gymnasium te Groningen. De les verliep soepel en ik had verder weinig het gedrag van leerlingen gecorrigeerd, omdat er correct gehandeld werd naar mijn grenzen, waarden en normen. Het fitness was klaar en we waren gestart met het eindspel. Het eindspel was pionnenroof. Ik had dit spel verder nog nooit eerder met deze klas gespeeld. Na zo’n enthousiaste fitness les had ik niet verwacht dat er nog iets mis zou gaan qua conflicten tussen leerlingen. Toch was dit niet het geval.

Het conflict

We zouden 2 rondes spelen, zodat iedere leerling een keer de rol als tikker en rover op zich kon nemen. Ronde 1 was voorbij en de rovers van deze ronde hadden niet veel pionnen geroofd. Om precies te zijn maar 2 pionnen van de 8. In dit team zit ook een jongen die niet tegen zijn verlies kan. Hij is in eerdere lessen wel eens weggelopen naar de kleedkamer omdat hij zijn teamgenoten te slecht vond in zijn ogen. Hij vind samenwerken met mede leerlingen dus nog een lastige vaardigheid of hij kan moeilijk tegen zijn verlies. Nu is het zo dat hij in een team zat met een andere jongen die een diagnose heeft voor zwaar autisme. Deze jongen gaf na mijn uitleg aan dat hij alleen mee wilt rennen, en dus niet wilt tikken of rover. Ik vond dit helemaal een goed idee, omdat hij vaak moeite heeft met de prikkels in een gymles. Geweldig dat hij zelf met dit initiatief kwam. toch kwam er een conflict tussen deze beide jongens. De jongen die niet tegen zijn verlies kan wees naar de jongen met autisme en zei dat hij ‘’facking normaal moet doen’’. Dit zei hij op een erg agrefieve manier richting die jongen. Ik zag aan zijn reactie dat hij dit echt niet leuk vond. Ik heb die jongen op de bank gezet en liet hem afkoelen. De jongen met autisme heb ik verder met rust gelaten

Mijn acties

Doordat ik de jongen op de bank had gezet kreeg ik de ruimte om goed na te denken over wat ik precies zou zeggen. wat ik de jongen had meegegeven was, dat ik het niet normaal vond hoe hij reageerde op de jongen. Ook zijn taalgebruik vond ik niet correct. Ik vertelde dat ik dit gedrag niet in mijn les wil hebben en dat je op een normale manier met een ander moet omgaan. Ik zag dat dit behoorlijk binnen kwam bij hem. Ik was niet oprecht boos, ik deed eigenlijk alsof. In zulke situaties moet je namelijk niet jou emoties de overhand geven. Dit vond ik dus best goed gaan. De boodschap kwam binnen en ik denk dat de jongen de volgende keer extra gaat opletten met wat hij zegt tegen een andere als hij zich daaraan ergert.

Wat had ik anders kunnen doen?

Als eerst vond ik dat ik misschien wel te streng heb gereageerd. Ik had de boodschap ook alleen op de communicatie kunnen houden en vertellen dat zijn woordkeuze niet correct was. Ook had ik dan kunnen meegeven wat hij dan wel had kunnen doen. Vooral richting deze jongen waar hij vel op had gereageerd. Ik had ook de klas kunnen meegeven dat ik bepaalde afspraken had gemaakt met de jongen met autisme. Verder heb ik ook niks meer besproken met de jongen met autisme over hoe hij zich voelde na dit conflict en hoe hij dit precies ervaarde. Dit zou ik de volgende keer wel willen doen!



Leeractiviteit schrijf een verantwoording van een les:

Verantwoording structuur les

Op maandag 10 maart heb ik 2 keer de zelfde les gegeven aan twee eerste klassen. De les bestond uit de thema’s stoeispellen en floorball. Nu is het zo dat de inhoud van het leerstof en theorie minder belangrijk is in deze les voor mij als lesgever. Wat in deze les terug moet komen is, dat de regels worden nageleefd en mijn grenzen niet worden overschreden. Stoeispellen is een onderdeel waarbij je moet leren om uit je comfortzone te stappen, omdat je in fysieke aanraking komt met medeleerlingen. Ook kreeg ik de afgelopen periode vaak als feedback van mijn stagebegeleiders terug dat ik mijn lessen nog gestructureerde neer moet zetten. Niet alleen omdat dit de klassenveiligheid bevorderd, maar ook mijn eigen bekwaamheid in het lesgeven. In de onderstaande lesvoorbereiding zie je alles wat met structuur te maken heeft met blauw gemarkeerd. Het gaat hierbij om algemene regels binnen de gymzaal en de oefenvormen. Ook mijn grenzen, waarden en normen staan beschreven in mijn lesvoorbereiding. Wanneer ik hier consequent naar ga handelen verbeter ik mijzelf als didacticus. Ook krijgen de leerlingen minimale ruimte in de les om ongewenst gedrag te vertonen.

De leerlingen mogen van mij voordat de les start met de ballen spelen. Hierbij komt er wel bij kijken dat dit op een veilige manier moet. Dus er word bijvoorbeeld niet gevoetbald met een volleybal. Ook word er niet keihard tegen een bal getrapt. Ook heb ik de regel dat wanneer ik de les wil starten dat de haren langer dan de schouders in een knot gaan. Ook zijn alle sieraden af. Oorbellen waar mijn vinger niet doorheen zou passen mogen ze aanhouden. Ook zijn de leerlingen aanwezig in sportkleding en sportschoenen. Wanneer dit op orde is kan ik voor mijzelf de les starten. Ik wil de leerlingen op de bank laten starten. Iedereen heeft zijn eigen plek op de bank en zit rechtop in een actieve luister houden. Heb je tijdens mijn uitleg en instructie een vraag? Dan steek je je hand op zodat jij de beurt kan krijgen.

Tijdens de warming up bied ik ook structuur aan door mijn grenzen, waarden en normen te bewaken. Bij deze vorm wil ik dat je blijft opletten dat je niet tegen iemand aanbotst. Je staat namelijk dicht op elkaar. Voor de veiligheid geef je dus ook geen bodycheck aan iemand anders. Voor de sociale veiligheid en er voor te zorgen dat eenieder actief deelneemt aan de vorm, wil ik dat de tikker iedere leerling probeert te tikken. Er word niet gedurende de hele partij gefocust op individuen.

In de eerste lesgewricht komt mijn structuur duidelijk naar voren. Ik benoem precies wat de leerlingen moeten doen en wat er van hun verwacht word. Wanneer ik het zeg mogen de aangewezen personen namelijk alle pionnen opruimen in de berging. De tikkers mogen de lintjes ophangen. Heb je geen taak zorg je ervoor dat er twee rijen komen in de breedte van de zaal met de blauwe lijn ertussenin. Wat ik daarbij belangrijk vind is dat je als leerling op de grond rechtop zit en mij aankijkt wanneer ik iets uitleg. Je luistert naar mijn uitleg en heb je een vraag of opmerking mag je je vinger opsteken. Je voert daarna de taak en opdracht uit die ik je gegeven heb.

Bij vorm twee vind ik het vooral belangrijk dat je met iedere klasgenoot het spel samen kan spelen. Het blijft uiteindelijk gewoon high 5’s geven. Er is kans met het doordraaien dat je een tegenstander krijgt waarmee je niet bevriend mee bent. Is dat het geval blijf je respect voor elkaar hebben en ga je hier niet overheen. Ook blijft het bij duwen en wegtrekken en niet slaan of knijpen.

Bij het tweede lesgewricht bied ik opnieuw structuur aan de hand van duidelijke instructies. Op het moment dat ik het zeg mogen de aangewezen personen een matje neerleggen op de blauwe lijn tussen de twee matjes in. Heb je geen taak zorg je dat je in een drie tal op een matje gaat zitten met een bal. Wat ik daarbij nog steeds belangrijk vind is dat je als leerling op de grond rechtop zit en mij aankijkt wanneer ik iets uitleg. Je luistert naar mijn uitleg en heb je een vraag of opmerking mag je je vinger opsteken. Je voert daarna de taak en opdracht uit die ik je gegeven heb.

Vorm drie en vier gaan al meer naar echt stoeien toe. Hierbij staat veiligheid bovenaan. Hiervoor hanteren we regels die nageleefd moeten worden. Zo pakken we nooit iemands nek vast. Ook wanneer iemand auw zegt of aftikt stop je direct met stoeien. Ook respecteer je de grenzen van een ander en ga je hier dus ook niet overheen. We stoeien zonder overmatige geweld. Daarnaast blijf je gedurende het partij bij je eigen drie tal. Je gaat niet naar andere groepjes die bezig zijn.

We eindigen met een floorball 5 tegen 5 partij. Om tot eerlijke teams te komen en toch een stukje autonomie mee te geven mag de klas zelf 4 teams maken. Elk team moet wel minimaal 3 meiden hebben. Als de teams zijn gemaakt moet elk team 3 eigenschappen opschrijven die zij belangrijk vinden in een team. Bijvoorbeeld eerlijk spelen, flexibiliteit of behulpzaamheid. Ook zijn er bepaalde regels wat ik belangrijk vind bij het spelen van floorball. Voor de veiligheid wil ik dat je de stick onder je knieën houdt. Heb je de stick toch hoger kan dat gevaarlijk zijn. Ook mag je geen bodychecks uitdelen. Floorball is geen contact sport. Het is niet toegestaan om tegen andere spelers aan te lopen of ze op een ruwe manier van de bal af te duwen. Ben je niet aan het spelen en zit je op de bank te wachten blijf je bij je eigen groepje zitten. Door leerlingen bij hun eigen team te laten zitten creëer je meer structuur en blijven ze meer gefocust bij de eindvorm.

Reflectie les

Op maandag 10 maart heb ik les gegeven aan twee eerste klassen. Vanuit een eerdere observatie wist ik dat de eerste klas een prettige groep is om les aan te geven, doordat er een leuke sfeer hangt binnen de groep. De norm van deze klas is dan ook om leuk mee te doen met de les. Ook luisteren ze en doen ze wat er van hun gevraagd word. Hierdoor kreeg ik voldoende ruimte om te werken aan mijn structuur en grenzen. Bij klas 1D hangt er een hele andere sfeer. Dit is namelijk een drukke klas waarbij de norm is om wel eens ongewenst gedrag te vertonen. Wat ik merkte bij deze klas was dat door het bieden van duidelijke structuur en hier consequent naar te handelen, dat dit een positieve bijdragen had aan mijn klassenmanagement. Over heel veel punten ben ik tevreden wanneer ik terug kijk op de 2 gegeven lessen. Toch zijn er nog genoeg punten wat niet heel soepel ging als het gaat over het bieden van structuur in mijn les. Wat ik hiervan meeneem naar de volgende les is dat structuur niet strengheid is. Het moet vooral duidelijk zijn voor de leerlingen wat er van hun verwacht word. Pas wanneer hier niet naar word geluister of naar word gehandeld, dan komt strengheid erbij kijken en moet je hier consequent naar handelen. Zo was er dus ook een situatie dat 2 leerlingen niet met elkaar willen. Op dit moment moet ik beslissen dat zij dus wel tegen elkaar gaan en niet hun eigen macht in handen hebben om te bepalen tegen wie ze mogen. Ook was er een situatie waarbij ik niet duidelijk aangaf hoe de groepjes gevormd moeten worden. Dit is wel iets belangrijk om te benoemen. Voor nu was het geen probleem maar ik moet het wel benoemen.

Lesvoorbereiding











Feedback gegeven les









Leeractiviteit visie op LVB:

Inleiding

Vanuit de opleiding en stageplek zijn wij gewend om onze lesvoorbereidingen zo te formuleren dat iemand die geen idee heeft van de les, deze kan begrijpen geven. Het uitgebreid uittypen en concreet neerzetten is dus de visie die ik nagenoeg het gehele stageperiode heb nageleefd. Nu wil ik eens wat anders uitproberen. Ik wil alles in mijn lesvoorbereiding zo kort en gestructureerd mogelijk neerzetten. Het doel hiervan is dan ook om mijn lesvoorbereiding te gebruiken als afvink formulier i.p.v. het zo duidelijk neer te zetten voor een ander. Af en toe bestond mijn lesvoorbereiding uit zoveel tekst dat dit ten koste ging van de inhoud. Nu ik kort neerzet wat ik wil bereiken op dat moment kan ik mijn les nog gestructureerde laten verlopen.

Lesvoorbereiding





Reflectie

Het is voor mij nog lastig om te zeggen wat fijner werkt. Beide visies over het opstellen van een lesvoorbereiding heeft voor en nadelen. Wanneer je iets uitschrijft kun je het voor een ander duidelijker neerzetten wat je met iets bedoeld. Zo zou iemand anders ook gerichter feedback kunnen geven. Zelf ben ik denk ik toch meer voorstander van het kort en puntsgewijs neer te zetten. Dit sluit beter aan bij mijn eigen leerdoel. Dit bied voor mijzelf meer structuur. Ik wil deze methode in de toekomst vaker gebruiken!



Leeractiviteit ontwerpen van een leerlijn:

Verantwoording leerlijn

Op het Praedinius Gymnasium worden er geen lessen fitness aangeboden. Zelf vind ik het wel belangrijk om het aan te bieden, omdat dit bijdraagt aan de fysieke en mentale fitheid. Binnen het Praedinius heb je 6 leerjaren. Ik zou deze willen onderverdelen in 3 niveaus.

Niveau 1 (leerjaar 1 & 2):

Op niveau 1 wil ik de nadruk leggen op het kennismaken van de sport. De leerlingen moeten een leuke fitness ervaring meekrijgen. De leerlingen leggen verschillende krachtoefeningen af in de vorm van levend ganzenbord. Ik wil alle krachtoefeningen eenvoudig aanbieden. Het moet laagdrempelig zijn qua moeilijkheid niveau. Het doel is ook dat de leerlingen het leuk gaan vinden. Ook wil ik veel verschillende varianten aanbieden. Denk hierbij aan de vorm om jezelf als kruiwagen van de ene kant naar de andere kant van de zaal te verplaatsen i.p.v. 30 seconden te planken. De nadruk ligt hierbij nog steeds op de buikspieren, maar de variant is leuk en in spelvorm.

Niveau 2 (leerjaar 3 & 4):

Op niveau 2 wil ik dat de leerlingen deelnemen aan de fitness cultuur door verschillende kracht oefeningen af te leggen in een circuittraining. De leerlingen moet de juiste techniek aanleren. Dit staat allemaal beschreven op kijkwijzers bij de betreffende oefening. De nadruk van de les ligt dus echt op de kennis van de technieken en deze op de juiste manier uitvoeren.

Niveau 3 (leerjaar 5 & 6):

Op niveau 3 wil ik de nadruk leggen aan het zelfstandig trainen. Leerlingen krijgen meer autonomie in het kiezen in wat ze willen trainen. Zo wil ik extern een fitnesszaal afhuren. Vooraf de les moeten de leerlingen zelf doelstellingen beschrijven waaraan zij willen werken. Ook moeten ze bijhouden welke oefeningen ze hebben beoefend. Ook wil ik qua theorie dieper op de voeding en rust/herstel ingaan.

Lesvoorbereiding voor leerjaar 1/2





Feedback lesvoorbereiding



Reflectie les

Wat ging er goed?

Als ik terugkijk op mijn gegeven les vond ik dit perfect aansluiten op het niveau voor leerlingen uit de eerste en tweede leerjaar. Door de focus meer op de wedstrijdvorm te houden en minder op de techniek, kreeg ik de leerlingen mee in de enthousiasme en levendigheid.

Wat ging er minder goed?

Wat ik wel zou aanpassen is om mijzelf een andere rol te geven. Ik kreeg als lesgever weinig ruimte om te controleren of de leerlingen wel de oefenvorm uitvoerde en of zij wel de juiste hoeveelheid stappen hadden gezet op het bord. Ik was constant bezig met de dobbelsteen. Leerlingen zouden dit zelf ook kunnen reguleren. Ik heb de leerlingen vooraf en na de les gevraagd hoe leuk zij fitnes vinden. Een klein gedeelde van de klas vind of lijkt fitness leuk voordat de les was begonnen. Na de les vond minimaal de helft van de klas fitness leuk. Dit betekend dat de doelstelling behaald is. Ik zou iedere sportdocent aanraden om dit als begin les te gebruiken als introductie voor de les fitness.



ontwerp taken voor autonomie:

Lesvoorbereiding




Leskaart



Reflectie les

Op donderdag 20 maart heb ik een floorbal les gegeven aan klas 4A van het Praedinius Gymnasium te Groningen. De eerste opdracht die de leerlingen kregen was om gezamenlijk als groepje een teamnaam en teameigenschappen te verzinnen. Deze moesten zij opschrijven op een leskaart en deze inleveren bij mij. In de opdracht liet ik vrijheid in gebondenheid terugkomen, wat heel belangrijk is bij het bieden van autonomie. De eigenschappen moest gericht zijn op het samenwerken binnen een team. De leerlingen moesten concreet neerzetten wat zij belangrijk vinden als het gaat om samenwerking. Door hun dit te formuleren gaf ik hun de ruimte en de keuze om te kiezen waar ze zelf op gingen letten en coachen tijdens de partijtjes. Dit stukje autonomie zag ik terug in de motivatie. De wissels en spelers gingen hun team actief coachen op hun teameigenschappen. Dit gebeurd nooit in deze klas. Iedere leerling was fanatieker aan het sporten dan normaal gesproken. Dit zag je in de intensiteit van de leerlingen. Er werd na elke goal als gehele team samen gevierd.

Ingevulde leskaarten







Leeractiviteit procesgerichte feedback op zelfregulatie:

Inleiding

In deze opdracht laat ik zien dat ik mijzelf als didacticus ontwikkeld heb. Zo heb ik middels leskaarten de leerlingen bezig gehouden met opdrachten gericht op hun motorische ontwikkeling. Hierin heb ik differentiatie toegepast zodat iedere leerling op zijn of haar eigen niveau kan oefenen. Ook kregen de leerlingen een taak mee om de oefenvormen draaiend te houden. De leerlingen kregen dus de verantwoordelijkheid om dit zelf te reguleren. Door procesgerichte feedback toe te passen kon ik de leerlingen begeleiden in hun persoonlijke ontwikkeling.

Lesvoorbereiding







Leskaarten





Reflectie

Op maandag 12 mei heb ik een atletiek les verzorgd aan klas 1A van het Preadinius Gymnasium te Groningen. Een doel van deze les was om er voor te zorgen dat de leerlingen de oefenvormen zelf gingen reguleren. Hiermee word bedoeld dat de leerlingen per oefenvorm 3 opdrachten meekrijgen die zij op hun eigen tempo en niveau gaan uitvoeren. Daarnaast vereist de atletiekonderdelen en opdrachten een mate verantwoordelijkheid. De zandbakken moeten geharkt worden en er moet getimed worden hoe snel iemand gesprint heeft. Nu was het de taak voor de leerlingen om dit zelf te reguleren. Doordat ik de opdrachten op een leskaart had gezet gaf dit mij ruimte om rond te lopen en procesgerichte feedback te geven hierop. Dit was een succes voor mijn gevoel. Ik zag dat alle leerlingen bezig waren met de opdrachten en hiermee onbewust zich aan het verbeteren waren in de eindvormen. Wanneer het gaat over het reguleren van de vormen kijk ik met een dubbel gevoel hierop terug. Het was voor mij niet meetbaar of iedere individu dit had kunnen reguleren. Per groepje dat aan de slag was waren er maar enkelingen die hierin het voortouw namen. Ik heb daarna weinig hoeven bijsturen als didacticus. Zo stelde ik een enkeling een vraag hoe hij het doordraaien qua rollen had kunnen oplossen. Ik kreeg hier weinig informatie uit voor mijzelf omdat het doordraaien al liep en de leerlingen dus niet echt tegen een probleem aanliepen. Ook zijn het gymnasium leerlingen die een mate van verantwoordelijk aankunnen. Ik zou voor de volgende keer de leerlingen nog meer verantwoordelijkheid willen meegeven om te kijken tot hoever hun zelfregulerend vermogen gaat.