probleemonderzoek

Naam: Niels Anker
Studentennummer: 471387
Klas: ALO 2B
Datum: 03-04-2025
Challenge begeleider : D.J. van der wal



Inhoudsopgave:

Inleiding
CIMO
Onderzoeksplan
Interventie
Conclusie probleemonderzoek
Literatuurlijst


Inleiding:

De bedoeling van dit datapunt is, om onderzoek te doen naar een probleem wat er in jou lessen plaatsvind. Door dit probleem in kaart te brengen en te onderzoeken, wil ik passende oplossingen hiervoor vinden.


CIMO:

Vraagstuk (LU pedagogische bekwaamheid)

Is het mogelijk dat ik mijn les zo kan aanpassen dat dit de relatie heterogene groepen kan versterken?

Wat speelt er? (context)

Op maandag 24 februari heb ik op het Preadinius Gymnasium te Groningen klas 1C geobserveerd. Hierbij heb ik gekeken naar de groepsdynamiek van de klas. Wat mij voornamelijk opviel was dat de klas niet te spreken is over heterogene groepen wanneer we het hebben over geslacht. Heterogene groepen houd in dat de klas kan samenwerken en hierbij rekening houd met elkaars verschillende culturen en achtergronden. Waaruit blijk dat dit niet gebeurd in klas 1C is, dat de leerlingen bij binnenkomst elkaar niet opzoeken als gehele klas. Je ziet verschillende groepen meiden en groepen jongens. Ook wanneer er in kleinere heterogene groepen een taak of opdracht (klaarzetten, afbouwen, teamsport, etc.) uitgevoerd moet worden, zie je dat meiden en jongens vooralsnog uit elkaar gaan. Nu is het een probleem dat ik graag in mijn les wil dat jongens en meiden met elkaar omgaan wanneer het gaat om samenwerken. Wanneer meiden en jongens niet met elkaar omgaan tijdens mijn les gaat dit ten koste van de persoonlijke en sportieve ontwikkeling van de leerling.

Wat is het resultaat? (outcome)

In de aankomende 4 lessen van 1C wil ik de relatie heterogene groepen versterken. Door mijn lesgeefstijl aan te passen naar het self-check style, gaan de leerlingen actief nadenken over hoe je kunt handelen wanneer het gaat over samenwerken. Door leerlingen hun eigen gedrag (prestaties) te laten controleren middels criteria wil ik ze activeren om samen te werken in heterogene groepen. Daarnaast wil ik nieuwe strategieën toepassen in mijn lesvoorbereidingen. Elke week wil ik bijhouden wat ik heb gezien als het gaat over de samenwerking tussen jongens en meiden.

Theoretische kader (mechanisme)

Het is belangrijk dat wij als docenten sturing geven bij de samenstelling van groepjes, zodat jongens en meisjes met elkaar gaan samenwerken. Een keuze voor heterogene groepen kan leerlingen faciliteren om van elkaar te leren. Vaak wordt gesteld dat jongens voordeel hebben van het samenwerken met meisjes, omdat meisjes het proces beter bewaken en de jongens daardoor een betere bijdragen leveren. Ook wordt er meer tijd in het werk gestoken zodat meer diepgang ontstaat (Heemskerk et al., 2012). Een strategie om dit haalbaar te maken zou zijn om in je les de nadruk te leggen op het samenwerken. Zo zou je vormen kunnen bedenken waar samenwerken essentieel is. Hierdoor moeten zij hun vaardigheden delen en samen naar een gemeenschappelijk doel streven, wat wederzijds respect en begrip bevordert (Johnson & Johnson, 1989). Ook kun je door een reflectiemoment of groepsgesprek een cultuur creëren waarin respect belangrijk is. Door open communicatie kunnen leerlingen wederzijds begrip ontwikkelen en conflicten oplossen (Vygotsky, 1978).


Onderzoeksplan:



Reflectie observatie:

Op maandag 24 februari heb ik op het Preadinius Gymnasium te Groningen klas 1C geobserveerd. Hierbij heb ik gekeken naar de groepsdynamiek van de klas. Wat mij voornamelijk opviel was dat de klas niet te spreken is over heterogene groepen wanneer we het hebben over geslacht. Heterogene groepen houd in dat de klas kan samenwerken en hierbij rekening houd met elkaars verschillende culturen en achtergronden. Waaruit blijk dat dit niet gebeurd in klas 1C is, dat de leerlingen bij binnenkomst elkaar niet opzoeken als gehele klas. Je ziet verschillende groepen meiden en groepen jongens. Ook wanneer er in kleinere heterogene groepen een taak of opdracht (klaarzetten, afbouwen, teamsport, etc.) uitgevoerd moet worden, zie je dat meiden en jongens vooralsnog uit elkaar gaan. Nu is het een probleem dat ik graag in mijn les wil dat jongens en meiden met elkaar omgaan wanneer het gaat om samenwerken. Wanneer meiden en jongens niet met elkaar omgaan tijdens mijn les gaat dit ten koste van de persoonlijke en sportieve ontwikkeling van de leerling.

Verder is uit mijn observatie gebleken dat klas 1C een relatief rustige klas is. Ze pakken namelijk niet zomaar de bal vooraf de les. Taken en opdrachten worden uitgevoerd en er word gehouden aan de basisregels. Waar je als lesgever verder op moet letten is dat de groep tijdens je uitleg heen kan praten. Na het duidelijk benoemen van je grenzen word de groep stil. Waar de leerlingen nog meer de ruimte kunnen pakken is wanneer de oefenvormen niet uitdagend genoeg zijn. Blijf hier scherp op, zodat je op de juiste momenten de oefenvormen kunt differentiëren. Ik merk wel dat de klas het gezellig vind om samen met elkaar bezig te gaan en elkaar te helpen. De groep doet hun best wanneer ze geactiveerd en gemotiveerd worden. Intrinsiek wanneer de vorm uitdagend is en extrinsiek wanneer de docent langskomt. Er hangt een prettige sfeer binnen de groep. Binnen de groep zijn er meerdere normdragers. Dit zijn leerlingen die andere positief of negatief meenemen in het gedrag. Dit zijn Wisse, Yifan, Lize, Hannah en Florian. Lize en Hannah motiveren andere in het groepje om actief bezig te gaan. Dit is te zien aan dat ze positieve feedback geven aan medeleerlingen. Florian houd bijvoorbeeld de sfeer gezellig in de groep. Dit is te zien aan dat hij de les gezellig wilt houden. De klas heeft een positieve groepsdynamiek. Blijf vooral positief gedrag van de groep benomen in je les. Wel is het zo dat er winst te halen valt in de relatie tussen jongens en meiden. De groep is namelijk niet te spreken over heterogene groepen. Nu ben ik benieuwd of het mogelijk is dat ik mijn les zo kan aanpassen dat dit de relatie heterogene groepen kan versterken?

In de aankomende 4 lessen van 1C wil ik de relatie heterogene groepen versterken. Door mijn lesgeefstijl aan te passen naar het self-check style, gaan de leerlingen actief nadenken over hoe je kunt handelen wanneer het gaat over samenwerken. Door leerlingen hun eigen gedrag (prestaties) te laten controleren middels criteria wil ik ze activeren om samen te werken in heterogene groepen. Daarnaast wil ik nieuwe strategieën toepassen in mijn lesvoorbereidingen. Elke week wil ik bijhouden wat ik heb gezien als het gaat over de samenwerking tussen jongens en meiden.


Interventie:

Lesvoorbereiding

Alles wat met geel is gemarkeerd duit ik mijn acties mee aan, om er voor te zorgen dat ik de relatie heterogene groepen versterk







Leskaarten



Feedback





Ingevulde beoordelingsformulieren





Beeldmateriaal les

Uitleg samenwerken:


Strategie heterogene groepen:


Leerlingen aansturen tot overleg:


Invullen beoordelingsformulier:


Terugblik leerdoel:


Conclusie probleemonderzoek:

Op maandag 3 maart heb ik een floorball les gegeven aan klas 1C. De klas bestaat uit 12 meiden en 14 jongens. Bij de start van de les viel mij direct iets op. De jongens en meiden waren van elkaar gescheiden op de bank net zoals een week eerder. Gelukkig had ik hiervoor een leuke eerste opdracht voorbereid, en je raad het al. Het is de groep niet gelukt om deze opdracht succesvol uit te voeren. Nog steeds zag ik 8 meiden en 7 jongens naast elkaar zitten. Na kans 2 was het de groep wel gelukt!

Veilige klassen situatie?

Na het uitleggen van de oefenvormen heb ik 3 gelijke groepen gemaakt waarbij er een eerlijke verdeling was tussen meiden en jongen. Nu is het zo dat er weer wat opviel.

Wanneer er eerlijke teams (heterogene groepen/niveau) gemaakt moesten worden, bij vak 2 eindpartij, zag je dat de groepen dit niet lukten. Zo was het dat de meiden en jongens elkaar niet opzochten. Dit heb ik zo bijgestuurd middels procesgerichte feedback waardoor het daarna wel lukte. Zo deed ik dit vragenderwijs en gaf ik complimenten op het positief gedrag van de leerlingen wanneer het ging over flexibiliteit. Toch was het zo dat bij het laatste groep ik zelf de groepjes moest maken. De gehele groep kon de vrijheid en verantwoordelijkheid niet aan.

Veilige klassen situatie?

Tijdens de vorm heb ik ook op procesgerichte feedback gegeven op het empathisch vermogen van de leerlingen. Door het tonen van empathie richting medeleerlingen kan je ervoor zorgen dat een ieder even veel speelt en er eerlijk word door gewisseld. Ook zorg je ervoor dat iedereen even veel de bal krijgt en dat je samen tot scoren/doelpunten voorkomen komt. Dit deed ik op een klassikale manier. De volgende keer wil ik individueel procesgerichte feedback geven.

Zodoende heb ik alle leerlingen een beoordelingsformulier in laten vullen en duidelijke betekenis hieraan gegeven. Wat mij opvalt is dat een grote deel van de klas geen opmerkingen erbij hebben geschreven. Dit was niet verplicht, maar hierdoor kan ik geen betekenis geven aan hun antwoord. Wel heeft een kleine deel van de klas wel opmerkingen erbij geschreven. Hieruit blijkt dat bepaalde individuen het toch niet altijd even prettig vinden om met iedereen samen te werken.

Veilige klassensituatie?

Alle leerlingen hebben deze les laten zien dat ze bewust zijn van competenties binnen het samenwerken met medeleerlingen. Ook hebben ze laten zien dat ze dit in de praktijk kunnen uitvoeren wanneer de vorm hierna vraagt. Nu ben ik benieuwd of ik mijn les zo kan structureren dat er een veiligere klassensituatie ontstaat waardoor er vanuit de groep zelf in heterogene groepen word gewerkt.

Ik wil dit laten lukken door feedback aan mijn stagebegeleiders te vragen. Ik zou graag willen weten hoe vaak mijn grens en normen worden overtreden tijdens de volgende les. Ook wil ik dit haalbaar maken door goed na te denken over de groepskeuzes bij de volgende les. Er staat namelijk stoeispellen op de planning. Hierbij wil ik eerst in heterogene groepen werken. Wanneer er meer aanraking bij de spellen komt kijken mogen de groepen meer in de comfort zone zitten.

Ook wil ik duidelijk de grenzen aangeven van wat wel en niet mag. Zo is het wanneer iemand auw zegt, je direct moet stoppen. Ik wil duidelijk kaderen wat wel en niet mag. Elke regel die ik aangeef moet nageleefd worden. Hierdoor wil ik een veilige leerklimaat creëren waarin werken in heterogene groepen uitnodigende word.


Literatuurlijst:

Bronnen:

  • Heemskerk, I., Van Eck, E., Kuiper, E., Volman, M., Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam, & POWL van de Universiteit van Amsterdam. (2012). Succesvolle onderwijsaanpakken voor jongens in het voortgezet onderwijs. https://slo.iprox.nl/publish/pages/6214/succesvolle-onderwijsaanpakken-voor-jongens.pdf
  • Johnson, DW, & Johnson, RT (1989). Samenwerking en concurrentie: theorie en onderzoek. Interaction Book Company.
  • Vygotsky, L. S. (1978). Mind in Society: The Development of Higher Psychological Processes. Harvard University Press. http://csieme.us/documents/Example-Annotated-Bib.pdf